Opleiding
In het vak plant kom je in de wereld terecht van de land- en tuinbouwproducten. Je leert hier alles over teeltvoorbereidingen, alsook het vermeerderen van planten (zaaien, stekken, enten ...). De teelt en verzorging van verschillende fruitsoorten, groenten, bloemen, bomen en akkerbouwgewassen worden aangeleerd. Je leert een teeltplanning op te stellen. De weg van oogsten, marktklaar maken tot commercialiseren en afzet van producten wordt uitvoerig besproken.
Tijdens de lessen tuinbouwmechanisatie worden algemene vaardigheden aangeleerd en leer je alles over de machines die regelmatig worden aangewend binnen een doorsnee (landbouw)bedrijf. Je leert werk uit te voeren met landbouwtractoren en met landbouwmachines. Daarnaast leer je het bedienen, onderhouden en herstellen van verschillende toestellen.
Het vak nomenclatuur behandelt verschillende soorten fruit, groenten, bloemen, bomen, heesters en snijbloemen. In de les duurzame technieken leer je hoe je plantenziektes en -gebreken kunt voorkomen, herkennen en bestrijden. Je krijgt hierbij enkele basistechnieken aangeleerd die rekening houden met biodiversiteit en duurzaamheid, zodat je in staat bent je fytolicentie P1 te behalen.
Stage
Naast de schoolcomponent is er heel wat stage. Tijdens de stage zal je actief meedraaien in een bedrijf. Je leert hier veel bij in de praktijk. In het 5de middelbaar zal je gedurende een periode wekelijks op stage gaan. In het 6de jaar ga je doorheen het jaar 1 dag per week op stage.
Je ontwikkelt de competenties om te gaan werken bij een teler of kweker. Ben je nog niet uitgeleerd of eerder geneigd om een eigen zaak te starten? Kies dan voor de opleiding duaal Productiemedewerker Plant.
In dit extra jaar wordt je kennis, praktische en leidinggevende vaardigheden op de proef gesteld.
